Johanna Sophia Carolina Frenkel, roepnaam Jo, wordt op 25 mei 1910 aan de Noorderstraat in Winschoten geboren. Zij is de dochter van sigarenmaker Jacob Frenkel en zijn vrouw Henderika Baruch. Johanna is hun tweede kind. Hun oudste kind heet Fannij (1907) en na Johanna krijgen ze nog Benjamin (1911) en Rebecca (1920). Fannij trouwt in 1928 met slager Nathan Simons en een jaar later krijgen ze hun dochter Martha. Deze hele familie zal de oorlog niet overleven.
Johanna is vernoemd naar haar oma van moederskant, die Johanna Sophia Carolina Sachs heet. Een nicht van Johanna noemt haar dochter naar dezelfde grootmoeder ook Johanna Sophia Carolina. Dit gezin woont in Wagenborgen en in eerste instantie komt ook deze Johanna met haar moeder en zusjes op de lijst van Joodse inwoners van de gemeente Termunten. Gelukkig komen zij de oorlog heelhuids door, dit waarschijnlijk omdat hun moeder half Joods is en haar dochters daardoor kwart Joods zijn.
Johanna verlooft zich op 22 november 1931 met Arent Oudgenoeg uit Weiwerd.
Op 16 maart 1933 trouwen ze en gaan ze wonen aan de Oude Schans in Delfzijl. Hun oudste twee kinderen worden daar geboren. Eerst Max in 1934 en daarna Henderika in 1936. Johanna en Arent runnen net als de ouders van Arent een manufacturenwinkel. Eerst in Delfzijl en later in Woldendorp. Daar wonen en werken ze eerst aan de Zwaagweg en verhuizen ze later naar de Klapsterweg, toen bekend als de Molenstraat.
In 1942 krijgen Johanna en Arent een oproep om zich te melden. Johanna heeft geen goed voorgevoel en brengt haar servies in bewaring bij haar vriendin Hinne van Delden. Helaas is Johanna’s voorgevoel terecht en als blijkt dat ze de oorlog niet overleefd heeft, graaft Hinne het servies op. Er is niet veel meer van over, alleen het suikerpotje is nog goed. Uiteindelijk zorgt Hinne‘s dochter Fokje er voor dat het suikerpotje weer in handen komt van de familie. Omdat van Johanna’s familie niemand de oorlog overleefde, komt het suikerpotje in het bezit van Jaap Oudgenoeg, de broer van Arent. En na diens overlijden bij zijn zoon Ralf.
Op 2 november 1942 worden Johanna en haar drie kinderen direct bij aankomst in Auschwitz om het leven gebracht.
Johanna is dan 32 jaar.
Familie Oudgenoeg
Klapsterweg 2, Woldendorp