Jozeph Cohen wordt geboren op 9 oktober 1871 in Delfzijl, als zoon van Lazarus Cohen en Aaltje Polak. Hij trouwt op 10 juni 1903 met Maria Thérèse Nieweg. Ze verhuizen naar Termunterzijl en beginnen daar een slagerij/veehandel. Clara, oudere zus van Marie Thérèse, trekt bij hen in.
Jozeph en Marie Thérèse krijgen twee zoons: Louis (1904) en Leo (1909), die meehelpen met de slagerij.
Sinus Brouwer (Borgsweer,1928), herinnert zich de slagerij nog goed: ‘Vooraan in Termunterzijl woonde destijds een Joods gezin, met twee jongens die veel ouder waren dan ik. Hun vader had een slagerij, hoofdzakelijk van schapen. Het vlees werd rondgebracht met een bakfiets. Die had geen bagagedrager, maar een soort uitsteeksel aan de achteras, waardoor ze al steppend op de fiets konden stappen. Dat was nodig door de zware lading vlees voorop.’
Antje Brouwer-Kuiper (1930) weet nog dat slager Cohen bij haar opa in Termunten vlees kwam brengen. ‘Dan kwam hij binnen met de mand met vlees, waar een bebloede doek overheen lag. Dat vond ik best eng als kind.’
De Cohens verhandelen ook koeien, zoals blijkt uit een advertentie voor de kerstdagen.
Jozeph en zijn zoons gaan regelmatig in de buurt kaarten, zo blijkt uit herinneringen van dorpsgenoten.
Trijn Houwerzijl-Telkamp (1929): ‘Ze kwamen zondag’s bij ons thuis in Borgsweer met mijn vader en opa kaarten. Jozeph met zijn oudste zoon, de jongste kwam met iemand uit Borgsweer’.
De buurkinderen kregen altijd een varkensblaas, om een rommelpot van te maken, een soort trommel.
Antje Brouwer-Kuiper (1926): ’Jozeph en zijn zoons kwamen vaak bij mijn opa Kuiper in Termunten kaarten, daar werd dan ook heel wat bij afgefilosofeerd’ .
Met Pasen denkt slager Cohen ook aan de kinderen, herinnert buurmeisje Jenny Generaal-Kuiper (1930) zich: ‘We kochten zelf bij een andere slager, maar tegen Pasen kregen de buurkinderen altijd een varkensblaas, om een rommelpot van te maken, een soort trommel.’
Een paar jaar na de oorlog verhuisde Jenny’s gezin naar het huis van de familie Cohen. Jenny weet nu nog precies hoe het huis er toen uitzag en ze tekende een plattegrond.
Op de zogenaamde inboedellijst, die na de deportatie van de familie Cohen is gemaakt, is gedetailleerd de inventaris van het huis beschreven, van kelder tot zolder.
In 1941 moeten de Cohens hun slagerij sluiten.
Op 12 november 1942 wordt Jozeph samen met zijn vrouw Marie Thérèse en schoonzus Clara naar Westerbork gedeporteerd. Op 20 november 1942 gaan zij op transport naar Auschwitz, waar ze bij aankomst op 23 november meteen om het leven worden gebracht.
Jozeph is dan 71 jaar.
Familie Cohen-Nieweg
Schepperbuurt 36, Termunterzijl